hullen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hul | hulde | heb gehuld |
jij, je, u | hult | hulde | hebt gehuld |
hij, zij, het | hult | hulde | heeft gehuld |
wij | hullen | hulden | hebben gehuld |
jullie | hullen | hulden | hebben gehuld |
zij, ze | hullen | hulden | hebben gehuld |
PresensBeta
Example presens sentences for Hullen with some of the pronouns.
- Ik hul me in warme kleding tijdens de winter.
- Jij hult je in mysterie en laat niets los.
- Hij/zij/het hult zich in een prachtige jurk voor het feest.
- Wij hullen ons in vreugde bij het ontvangen van goed nieuws.
- Zij hullen zich in stilte terwijl ze wachten op hun beurt.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Hullen with some of the pronouns.
- Ik hulde me in warme kleding tijdens de winter.
- Jij hulde je in mysterie en liet niets los.
- Hij/zij/het hulde zich in een prachtige jurk voor het feest.
- Wij hulden ons in vreugde bij het ontvangen van goed nieuws.
- Zij hulden zich in stilte terwijl ze wachtten op hun beurt.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Hullen with some of the pronouns.
- Ik heb me in warme kleding gehuld tijdens de winter.
- Jij hebt je in mysterie gehuld en niets losgelaten.
- Hij/zij/het heeft zich in een prachtige jurk gehuld voor het feest.
- Wij hebben ons in vreugde gehuld bij het ontvangen van goed nieuws.
- Zij hebben zich in stilte gehuld terwijl ze wachten op hun beurt.