vertonen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vertoon | vertoonde | heb vertoond |
jij, je, u | vertoont | vertoonde | hebt vertoond |
hij, zij, het | vertoont | vertoonde | heeft vertoond |
wij | vertonen | vertoonden | hebben vertoond |
jullie | vertonen | vertoonden | hebben vertoond |
zij, ze | vertonen | vertoonden | hebben vertoond |
PresensBeta
Example presens sentences for Vertonen with some of the pronouns.
- Ik vertoon mijn schilderijen in een galerij.
- Jij vertoont veel talent als zanger.
- Hij vertoont altijd een glimlach op zijn gezicht.
- Zij vertonen moed in het aangaan van uitdagingen.
- Wij vertonen een goede samenwerking tijdens het project.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vertonen with some of the pronouns.
- Vroeger vertoonde ik mijn dansvaardigheden op grote podia.
- Toen ik jong was, vertoonde ik vaak mijn goocheltrucs voor vrienden.
- Hij vertoonde altijd een positieve houding, zelfs in moeilijke tijden.
- Zij vertoonden een sterke band als broers en zussen.
- Wij vertoonden een groeiende interesse in wetenschap tijdens onze studententijd.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vertonen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn kunstwerken in verschillende exposities vertoond.
- Jij hebt jouw acteertalent al eerder vertoond in een theaterstuk.
- Hij heeft zijn nieuwe film aan het publiek vertoond.
- Zij hebben hun moed en doorzettingsvermogen meerdere keren vertoond.
- Wij hebben onze presentatie al aan het management vertoond.