bespotten

Conjugations List of Bespotten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbespotbespotteheb bespot
jij, je, ubespotbespottehebt bespot
hij, zij, hetbespotbespotteheeft bespot
wijbespottenbespottenhebben bespot
julliebespottenbespottenhebben bespot
zij, zebespottenbespottenhebben bespot

Presens
Beta

Example presens sentences for Bespotten with some of the pronouns.

  • Ik spot met zijn kledingkeuze.
  • Jij spot regelmatig met anderen.
  • Hij bespot hun gebrek aan kennis.
  • Wij spotten met de politieke situatie.
  • Jullie bespotten mijn pogingen om te zingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bespotten with some of the pronouns.

  • Vroeger spotte ik met mijn broer's kapsel.
  • Toen we jong waren, bespotten we elkaar vaak.
  • Hij bespotte altijd de zwakkeren in de groep.
  • In die periode bespotte ik elke dag mijn collega's.
  • Jullie bespotten de leraar tijdens de les.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bespotten with some of the pronouns.

  • Ik heb zijn belachelijke ideeën bespot.
  • Jij hebt vaak mensen bespot om hun uiterlijk.
  • Hij heeft de tegenstander openlijk bespot.
  • Wij hebben het publiek bespot met onze grappen.
  • Jullie hebben mijn geloofwaardigheid bespot.