verrijken

Conjugations List of Verrijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverrijkverrijkteheb verrijkt
jij, je, uverrijktverrijktehebt verrijkt
hij, zij, hetverrijktverrijkteheeft verrijkt
wijverrijkenverrijktenhebben verrijkt
jullieverrijkenverrijktenhebben verrijkt
zij, zeverrijkenverrijktenhebben verrijkt

Presens

Example presens sentences for Verrijken with some of the pronouns.

  • Ik verrijk mijn kennis met nieuwe boeken.
  • Jij verrijkt je leven door te reizen.
  • Hij verrijkt zijn portefeuille met slimme investeringen.
  • Zij verrijkt haar omgeving met kunstwerken.
  • Wij verrijken onze gemeenschap door vrijwilligerswerk te doen.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verrijken with some of the pronouns.

  • Vroeger verrijkte ik mijn geest met filosofische geschriften.
  • Toen ik jong was, verrijkten wij ons spel met creatieve regels.
  • Hij verrijkte regelmatig zijn smaakpapillen met exotische gerechten.
  • Zij verrijkten hun sociale leven met levendige feesten en evenementen.
  • In die tijd verrijkten wij onze taalvaardigheden door intensief te oefenen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Verrijken with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn vocabulaire verrijkt met nieuwe woorden.
  • Jij hebt je horizon verrijkt door andere culturen te ontdekken.
  • Hij heeft zijn vermogen verrijkt door succesvolle zaken te doen.
  • Zij heeft haar inzichten verrijkt met nieuwe levenservaringen.
  • Wij hebben ons begrip van de geschiedenis verrijkt door historische documenten te bestuderen.