lukken

Conjugations List of Lukken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikluklukteheb gelukt
jij, je, uluktluktehebt gelukt
hij, zij, hetluktlukteheeft gelukt
wijlukkenluktenhebben gelukt
jullielukkenluktenhebben gelukt
zij, zelukkenluktenhebben gelukt

Presens
Beta

Example presens sentences for Lukken with some of the pronouns.

  • Het lukt me om elke dag te sporten.
  • Lukt het jou om op tijd te komen?
  • Wij lukken erin om de puzzel op te lossen.
  • Lukt het de kinderen om stil te zijn?
  • Het lukt haar altijd om anderen te inspireren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Lukken with some of the pronouns.

  • Vroeger lukte het me niet om piano te spelen.
  • Lukte het jou om de taart te bakken?
  • Wij lukten er niet in om de trein te halen.
  • Lukte het de kinderen om de opdracht te begrijpen?
  • Het lukte haar niet om de juiste woorden te vinden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Lukken with some of the pronouns.

  • Het is me gelukt om de presentatie af te ronden.
  • Is het jou gelukt om de sleutels te vinden?
  • Wij zijn erin geslaagd om het doel te bereiken.
  • Is het de kinderen gelukt om hun huiswerk te maken?
  • Het is haar gelukt om de wedstrijd te winnen.