briefen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | brief | briefte | heb gebrieft |
jij, je, u | brieft | briefte | hebt gebrieft |
hij, zij, het | brieft | briefte | heeft gebrieft |
wij | briefen | brieften | hebben gebrieft |
jullie | briefen | brieften | hebben gebrieft |
zij, ze | briefen | brieften | hebben gebrieft |
PresensBeta
Example presens sentences for Briefen with some of the pronouns.
- Ik brief mijn collega regelmatig over de voortgang van het project.
- Jij brieft de teamleden elke ochtend over de taken van de dag.
- Hij/zij/het briefed de directeur over de resultaten van het onderzoek.
- Wij briefen onze klanten altijd zorgvuldig over nieuwe producten.
- Jullie briefen ons over de beslissingen die genomen zijn tijdens de vergadering.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Briefen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn collega vandaag bijgebriefd over de laatste stand van zaken.
- Jij hebt de teamleden al geïnformeerd over de wijzigingen in het schema.
- Hij/zij/het heeft de directeur op de hoogte gesteld van de nieuwe strategie.
- Wij hebben onze klanten regelmatig gebriefd over de updates van het product.
- Jullie hebben ons uitvoerig gebriefd over de resultaten van het onderzoek.