gebeuren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gebeur | gebeurde | ben gebeurd |
jij, je, u | gebeurt | gebeurde | bent gebeurd |
hij, zij, het | gebeurt | gebeurde | is gebeurd |
wij | gebeuren | gebeurden | zijn gebeurd |
jullie | gebeuren | gebeurden | zijn gebeurd |
zij, ze | gebeuren | gebeurden | zijn gebeurd |
PresensBeta
Example presens sentences for Gebeuren with some of the pronouns.
- Het gebeurt vaak dat ik te laat kom.
- Wat gebeurt er als we geen maatregelen nemen?
- Dit gebeurt regelmatig in ons land.
- Het gebeurt niet vaak dat hij zijn excuses aanbiedt.
- Wanneer gebeurt de vergadering?
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gebeuren with some of the pronouns.
- Het gebeurde vorige week tijdens de storm.
- Toen ik jonger was, gebeurde dit vaker.
- Het gebeurde plotseling en niemand had het verwacht.
- Het gebeurde altijd op dezelfde dag van de week.
- Tijdens mijn vakantie gebeurde er iets onverwachts.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gebeuren with some of the pronouns.
- Het is gisteren gebeurd.
- Heeft het al eens eerder gebeurd?
- Ik ben blij dat het eindelijk is gebeurd.
- Wie heeft dit laten gebeuren?
- Het is mij nooit eerder overkomen, maar het is gebeurd.