citeren

Conjugations List of Citeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikciteerciteerdeheb geciteerd
jij, je, uciteertciteerdehebt geciteerd
hij, zij, hetciteertciteerdeheeft geciteerd
wijciterenciteerdenhebben geciteerd
jullieciterenciteerdenhebben geciteerd
zij, zeciterenciteerdenhebben geciteerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Citeren with some of the pronouns.

  • Ik citeer regelmatig uit boeken.
  • Hij citeert vaak filosofen in zijn betoog.
  • Zij citeert uit een artikel van gisteren.
  • We citeren de woorden van de professor nauwkeurig.
  • Jullie citeren uit verschillende bronnen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Citeren with some of the pronouns.

  • Ik citeerde vaak uit literaire werken.
  • Hij citeerde regelmatig uit historische documenten.
  • Zij citeerde uit een oud manuscript.
  • We citeerden de onderzoeksresultaten tijdens de vergadering.
  • Jullie citeerden de uitspraak van de rechter.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Citeren with some of the pronouns.

  • Ik heb uit een wetenschappelijk artikel geciteerd.
  • Hij heeft de beroemde woorden van Shakespeare geciteerd.
  • Zij heeft een belangrijke passage uit het boek geciteerd.
  • We hebben een citaat uit de toespraak gebruikt.
  • Jullie hebben de deskundige geciteerd tijdens de presentatie.