contracteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | contracteer | contracteerde | heb gecontracteerd |
jij, je, u | contracteert | contracteerde | hebt gecontracteerd |
hij, zij, het | contracteert | contracteerde | heeft gecontracteerd |
wij | contracteren | contracteerden | hebben gecontracteerd |
jullie | contracteren | contracteerden | hebben gecontracteerd |
zij, ze | contracteren | contracteerden | hebben gecontracteerd |
Presens
Example presens sentences for Contracteren with some of the pronouns.
- Ik contracteer een nieuwe medewerker voor ons bedrijf.
- Jij contracteert regelmatig met externe leveranciers.
- Hij/zij contracteert vaak professionele artiesten voor het evenement.
- Wij contracteren nieuwe klanten om onze klantenkring uit te breiden.
- Jullie contracteren een bouwbedrijf voor de renovatie van jullie huis.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Contracteren with some of the pronouns.
- Vroeger contracteerde ik vaak freelance schrijvers.
- Toen ik bij dat bedrijf werkte, contracteerden we veel buitenlandse klanten.
- Hij/zij contracteerde altijd dezelfde aannemer voor bouwprojecten.
- In het verleden contracteerden wij voornamelijk lokale leveranciers.
- Jullie contracteerden eerder een andere dienstverlener voor deze taak.
Perfectum
Example perfectum sentences for Contracteren with some of the pronouns.
- Ik heb een contract afgesloten met die leverancier.
- Jij hebt vorige week een belangrijke overeenkomst gesloten.
- Hij/zij heeft al verschillende projecten gecontracteerd.
- Wij hebben onlangs een grote opdracht binnengehaald.
- Jullie hebben succesvol onderhandeld en een gunstig contract verkregen.