demotiveren

Conjugations List of Demotiveren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdemotiveerdemotiveerdeheb gedemotiveerd
jij, je, udemotiveertdemotiveerdehebt gedemotiveerd
hij, zij, hetdemotiveertdemotiveerdeheeft gedemotiveerd
wijdemotiverendemotiveerdenhebben gedemotiveerd
julliedemotiverendemotiveerdenhebben gedemotiveerd
zij, zedemotiverendemotiveerdenhebben gedemotiveerd