denazificeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | denazificeer | denazificeerde | heb gedenazificeerd |
jij, je, u | denazificeert | denazificeerde | hebt gedenazificeerd |
hij, zij, het | denazificeert | denazificeerde | heeft gedenazificeerd |
wij | denazificeren | denazificeerden | hebben gedenazificeerd |
jullie | denazificeren | denazificeerden | hebben gedenazificeerd |
zij, ze | denazificeren | denazificeerden | hebben gedenazificeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Denazificeren with some of the pronouns.
- Ik denazificeer de geschiedenisboeken.
- Jij denazificeert de samenleving met je inzet.
- Hij denazificeert de politiek door corruptie aan te pakken.
- Wij denazificeren de maatschappij met onze educatieve programma's.
- Zij denazificeren de kunstwereld door nazistische invloeden af te wijzen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Denazificeren with some of the pronouns.
- Ik denazificeerde de geschiedenisboeken.
- Jij denazificeerde de samenleving met je inzet.
- Hij denazificeerde de politiek door corruptie aan te pakken.
- Wij denazificeerden de maatschappij met onze educatieve programma's.
- Zij denazificeerden de kunstwereld door nazistische invloeden af te wijzen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Denazificeren with some of the pronouns.
- Ik heb de geschiedenisboeken denazificeerd.
- Jij hebt de samenleving met je inzet denazificeerd.
- Hij heeft de politiek door corruptie aan te pakken denazificeerd.
- Wij hebben de maatschappij met onze educatieve programma's denazificeerd.
- Zij hebben de kunstwereld door nazistische invloeden af te wijzen denazificeerd.