doorzwelgen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zwelg door | zwolg door | heb doorgezwolgen |
jij, je, u | zwelgt door | zwolg door | hebt doorgezwolgen |
hij, zij, het | zwelgt door | zwolg door | heeft doorgezwolgen |
wij | zwelgen door | zwolgen door | hebben doorgezwolgen |
jullie | zwelgen door | zwolgen door | hebben doorgezwolgen |
zij, ze | zwelgen door | zwolgen door | hebben doorgezwolgen |
PresensBeta
Example presens sentences for Doorzwelgen with some of the pronouns.
- Ik doorzwelg mijn eten elke avond.
- Jij doorzwelgt de boeken van die schrijver.
- Hij doorzwelgt zijn verdriet in alcohol.
- Zij doorzwelgen de nieuwsartikelen over politiek.
- Wij doorzwelgen de informatie over gezonde voeding.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doorzwelgen with some of the pronouns.
- Ik zwolg mijn eten door.
- Jij zwolg de boeken van die schrijver door.
- Hij zwolg zijn verdriet in alcohol door.
- Zij zwolg de nieuwsartikelen over politiek door.
- Wij zwolgden de informatie over gezonde voeding door.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doorzwelgen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn eten doorgeswolgen.
- Jij hebt de boeken van die schrijver doorgeswolgen.
- Hij heeft zijn verdriet in alcohol doorgeswolgen.
- Zij hebben de nieuwsartikelen over politiek doorgeswolgen.
- Wij hebben de informatie over gezonde voeding doorgeswolgen.