overeenbrengen

Conjugations List of Overeenbrengen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbreng overeenbracht overeenheb overeengebracht
jij, je, ubrengt overeenbracht overeenhebt overeengebracht
hij, zij, hetbrengt overeenbracht overeenheeft overeengebracht
wijbrengen overeenbrachten overeenhebben overeengebracht
julliebrengen overeenbrachten overeenhebben overeengebracht
zij, zebrengen overeenbrachten overeenhebben overeengebracht

Presens
Beta

Example presens sentences for Overeenbrengen with some of the pronouns.

  • Ik breng mijn agenda in overeenstemming met mijn afspraken.
  • Jij brengt je ideeën in overeenstemming met de realiteit.
  • Hij brengt zijn standpunt in overeenstemming met de feiten.
  • Wij brengen onze plannen in overeenstemming met de behoeften van de klant.
  • Zij brengen hun acties in overeenstemming met hun waarden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overeenbrengen with some of the pronouns.

  • Ik bracht mijn agenda in overeenstemming met mijn afspraken.
  • Jij bracht je ideeën in overeenstemming met de realiteit.
  • Hij bracht zijn standpunt in overeenstemming met de feiten.
  • Wij brachten onze plannen in overeenstemming met de behoeften van de klant.
  • Zij brachten hun acties in overeenstemming met hun waarden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overeenbrengen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn agenda in overeenstemming gebracht met mijn afspraken.
  • Jij hebt je ideeën in overeenstemming gebracht met de realiteit.
  • Hij heeft zijn standpunt in overeenstemming gebracht met de feiten.
  • Wij hebben onze plannen in overeenstemming gebracht met de behoeften van de klant.
  • Zij hebben hun acties in overeenstemming gebracht met hun waarden.