dichtstoppen

Conjugations List of Dichtstoppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstop dichtstopte dichtheb dichtgestopt
jij, je, ustopt dichtstopte dichthebt dichtgestopt
hij, zij, hetstopt dichtstopte dichtheeft dichtgestopt
wijstoppen dichtstopten dichthebben dichtgestopt
julliestoppen dichtstopten dichthebben dichtgestopt
zij, zestoppen dichtstopten dichthebben dichtgestopt

Presens
Beta

Example presens sentences for Dichtstoppen with some of the pronouns.

  • Ik stop de fles dicht.
  • Jij stopt de doos dicht.
  • Hij/Zij stopt de envelop dicht.
  • Wij stoppen de tas dicht.
  • Jullie stoppen de koffer dicht.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Dichtstoppen with some of the pronouns.

  • Ik stopte de fles dicht.
  • Jij stopte de doos dicht.
  • Hij/Zij stopte de envelop dicht.
  • Wij stopten de tas dicht.
  • Jullie stopten de koffer dicht.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Dichtstoppen with some of the pronouns.

  • Ik heb de fles dichtgestopt.
  • Jij hebt de doos dichtgestopt.
  • Hij/Zij heeft de envelop dichtgestopt.
  • Wij hebben de tas dichtgestopt.
  • Jullie hebben de koffer dichtgestopt.