overtappen

Conjugations List of Overtappen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktap overtapte overheb overgetapt
jij, je, utapt overtapte overhebt overgetapt
hij, zij, hettapt overtapte overheeft overgetapt
wijtappen overtapten overhebben overgetapt
jullietappen overtapten overhebben overgetapt
zij, zetappen overtapten overhebben overgetapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Overtappen with some of the pronouns.

  • Ik tap over naar een ander biertje.
  • Jij tapt over naar een andere bron van informatie.
  • Hij/Zij/Het tapt over naar een goedkopere energieleverancier.
  • Wij tappen over naar een nieuwe leverancier.
  • Jullie tappen over naar een betere internetprovider.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Overtappen with some of the pronouns.

  • Ik tapte over naar een ander biertje.
  • Jij tapte over naar een andere bron van informatie.
  • Hij/Zij/Het tapte over naar een goedkopere energieleverancier.
  • Wij tapten over naar een nieuwe leverancier.
  • Jullie tapten over naar een betere internetprovider.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Overtappen with some of the pronouns.

  • Ik ben overgetapt naar een ander biertje.
  • Jij bent overgetapt naar een andere bron van informatie.
  • Hij/Zij/Het is overgetapt naar een goedkopere energieleverancier.
  • Wij zijn overgetapt naar een nieuwe leverancier.
  • Jullie zijn overgetapt naar een betere internetprovider.