groothouden

Conjugations List of Groothouden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikhou groothield grootheb grootgehouden
jij, je, uhoudt groothield groothebt grootgehouden
hij, zij, hethoudt groothield grootheeft grootgehouden
wijhouden groothielden groothebben grootgehouden
julliehouden groothielden groothebben grootgehouden
zij, zehouden groothielden groothebben grootgehouden

Presens
Beta

Example presens sentences for Groothouden with some of the pronouns.

  • Ik houd de winkelruimte schoon.
  • Jij houdt je aan de afspraken.
  • Hij houdt van muziek.
  • Wij houden van wandelen in het park.
  • Zij houden zich bezig met duurzaamheid.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Groothouden with some of the pronouns.

  • Ik hield de winkelruimte schoon.
  • Jij hield je aan de afspraken.
  • Hij hield van muziek.
  • Wij hielden van wandelen in het park.
  • Zij hielden zich bezig met duurzaamheid.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Groothouden with some of the pronouns.

  • Ik heb de winkelruimte schoongehouden.
  • Jij hebt je aan de afspraken gehouden.
  • Hij heeft van muziek gehouden.
  • Wij hebben van wandelen in het park gehouden.
  • Zij hebben zich beziggehouden met duurzaamheid.