ideologiseren

Conjugations List of Ideologiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikideologiseerideologiseerdeheb geïdeologiseerd
jij, je, uideologiseertideologiseerdehebt geïdeologiseerd
hij, zij, hetideologiseertideologiseerdeheeft geïdeologiseerd
wijideologiserenideologiseerdenhebben geïdeologiseerd
jullieideologiserenideologiseerdenhebben geïdeologiseerd
zij, zeideologiserenideologiseerdenhebben geïdeologiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Ideologiseren with some of the pronouns.

  • Ik ideologiseer over politiek en maatschappij.
  • Jij ideologiseert vaak over de toekomst.
  • Hij/zij ideologiseert graag over economie.
  • Wij ideologiseren over sociale rechtvaardigheid.
  • Zij ideologiseren over milieuproblematiek.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Ideologiseren with some of the pronouns.

  • Vroeger ideologiseerde ik met mijn vrienden over politiek.
  • Toen ik jong was, ideologiseerde ik vaak over de wereldvrede.
  • Hij/zij ideologiseerde regelmatig over gelijkheid en diversiteit.
  • Wij ideologiseerden samen tijdens onze studententijd.
  • Elke avond ideologiseerden zij over de samenleving.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Ideologiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb geïdeologiseerd over verschillende onderwerpen.
  • Jij hebt veel geïdeologiseerd in het verleden.
  • Hij/zij heeft intensief geïdeologiseerd over religie.
  • Wij hebben uitgebreid geïdeologiseerd tijdens de discussie.
  • Zij hebben fanatiek geïdeologiseerd over onderwijsbeleid.