inburgeren

Conjugations List of Inburgeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikburger inburgerde inben ingeburgerd
jij, je, uburgert inburgerde inbent ingeburgerd
hij, zij, hetburgert inburgerde inis ingeburgerd
wijburgeren inburgerden inzijn ingeburgerd
jullieburgeren inburgerden inzijn ingeburgerd
zij, zeburgeren inburgerden inzijn ingeburgerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Inburgeren with some of the pronouns.

  • Ik burger in.
  • Jij burgerde in.
  • Hij/zij/het burgerde in.
  • Wij burgeren in.
  • Zij burgeren in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Inburgeren with some of the pronouns.

  • Ik burgerde in.
  • Jij burgerde in.
  • Hij/zij/het burgerde in.
  • Wij burgerden in.
  • Zij burgerden in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Inburgeren with some of the pronouns.

  • Ik ben ingeburgerd.
  • Jij bent ingeburgerd.
  • Hij/zij/het is ingeburgerd.
  • Wij zijn ingeburgerd.
  • Zij zijn ingeburgerd.