insoppen

Conjugations List of Insoppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksop insopte inheb ingesopt
jij, je, usopt insopte inhebt ingesopt
hij, zij, hetsopt insopte inheeft ingesopt
wijsoppen insopten inhebben ingesopt
julliesoppen insopten inhebben ingesopt
zij, zesoppen insopten inhebben ingesopt

Presens
Beta

Example presens sentences for Insoppen with some of the pronouns.

  • Ik sop ins.
  • Jij sopt in.
  • Hij/Zij/Het sopt in.
  • Wij soppen in.
  • Jullie soppen in.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Insoppen with some of the pronouns.

  • Ik sopte in.
  • Jij sopte in.
  • Hij/Zij/Het sopte in.
  • Wij sopten in.
  • Jullie sopten in.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Insoppen with some of the pronouns.

  • Ik heb ingesopt.
  • Jij hebt ingesopt.
  • Hij/Zij/Het heeft ingesopt.
  • Wij hebben ingesopt.
  • Jullie hebben ingesopt.