kiezen

Conjugations List of Kiezen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkieskoosheb gekozen
jij, je, ukiestkooshebt gekozen
hij, zij, hetkiestkoosheeft gekozen
wijkiezenkozenhebben gekozen
julliekiezenkozenhebben gekozen
zij, zekiezenkozenhebben gekozen

Presens

Example presens sentences for Kiezen with some of the pronouns.

  • Ik kies altijd voor biologisch voedsel.
  • Jij kiest de rode jurk voor het feest.
  • Hij kiest een nieuw boek om te lezen.
  • Zij kiest voor een carrière in de technologie.
  • Wij kiezen ervoor om op vakantie te gaan naar Frankrijk.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Kiezen with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, koos ik altijd voor chocolade-ijs.
  • Vroeger koos jij altijd de beste cadeaus voor ons.
  • Hij koos altijd zijn woorden zorgvuldig tijdens de presentatie.
  • Zij koos de verkeerde afslag op weg naar huis.
  • Vroeger kozen wij vaak voor avontuurlijke reizen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Kiezen with some of the pronouns.

  • Ik heb gisteren voor de groene auto gekozen.
  • Jij hebt al je vrienden als getuigen gekozen.
  • Hij heeft de juiste weg gekozen om te volgen.
  • Zij heeft een nieuwe baan gekozen bij een ander bedrijf.
  • Wij hebben vorig jaar een huis in Amsterdam gekozen.