kwakzalven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kwakzalf | kwakzalfde | heb gekwakzalfd |
jij, je, u | kwakzalft | kwakzalfde | hebt gekwakzalfd |
hij, zij, het | kwakzalft | kwakzalfde | heeft gekwakzalfd |
wij | kwakzalven | kwakzalfden | hebben gekwakzalfd |
jullie | kwakzalven | kwakzalfden | hebben gekwakzalfd |
zij, ze | kwakzalven | kwakzalfden | hebben gekwakzalfd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kwakzalven with some of the pronouns.
- Ik kwakzalf
- Jij kwakzalft
- Hij/Zij/Het kwakzalft
- Wij kwakzalven
- Jullie kwakzalven
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kwakzalven with some of the pronouns.
- Ik kwakzalfde
- Jij kwakzalfde
- Hij/Zij/Het kwakzalfde
- Wij kwakzalfden
- Jullie kwakzalfden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kwakzalven with some of the pronouns.
- Ik heb gekwakzalfd
- Jij hebt gekwakzalfd
- Hij/Zij/Het heeft gekwakzalfd
- Wij hebben gekwakzalfd
- Jullie hebben gekwakzalfd