kwalificeren

Conjugations List of Kwalificeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkwalificeerkwalificeerdeheb gekwalificeerd
jij, je, ukwalificeertkwalificeerdehebt gekwalificeerd
hij, zij, hetkwalificeertkwalificeerdeheeft gekwalificeerd
wijkwalificerenkwalificeerdenhebben gekwalificeerd
julliekwalificerenkwalificeerdenhebben gekwalificeerd
zij, zekwalificerenkwalificeerdenhebben gekwalificeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Kwalificeren with some of the pronouns.

  • Ik kwalificeer me voor de finale van het zwemtoernooi.
  • Jij kwalificeert je voor de baan als projectmanager.
  • Hij/zij kwalificeert zich academisch met zijn/haar onderzoek.
  • Wij kwalificeren ons voor de Europese competitie.
  • Jullie kwalificeren je als ervaren professionals.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Kwalificeren with some of the pronouns.

  • Vroeger kwalificeerde ik me regelmatig voor nationale toernooien.
  • Toen ik jong was, kwalificeerde jij je altijd voor de finales.
  • Hij/zij kwalificeerde zich herhaaldelijk voor prestigieuze evenementen.
  • In die tijd kwalificeerden wij ons voor internationale wedstrijden.
  • Jullie kwalificeerden je vaak als de besten in de competitie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Kwalificeren with some of the pronouns.

  • Ik heb me gekwalificeerd voor het kampioenschap.
  • Jij hebt je gekwalificeerd als beste sollicitant.
  • Hij/zij heeft zich gekwalificeerd voor deelname aan de Olympische Spelen.
  • Wij hebben ons gekwalificeerd voor de volgende ronde.
  • Jullie hebben je gekwalificeerd met uitstekende cijfers.