gullen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gul | gulde | heb geguld |
jij, je, u | gult | gulde | hebt geguld |
hij, zij, het | gult | gulde | heeft geguld |
wij | gullen | gulden | hebben geguld |
jullie | gullen | gulden | hebben geguld |
zij, ze | gullen | gulden | hebben geguld |
PresensBeta
Example presens sentences for Gullen with some of the pronouns.
- Ik gil wanneer ik bang ben.
- Jij gilt hard tijdens de achtbaanrit.
- Hij gilt van pijn als hij zich snijdt.
- Zij gillen van vreugde bij het winnen van de wedstrijd.
- Wij gillen van opwinding op het concert.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gullen with some of the pronouns.
- Ik gilde altijd als kind als ik mijn zin niet kreeg.
- Jij gilde vroeger vaak als je bang was in het donker.
- Hij gilde van schrik toen de hond op hem afrende.
- Zij gilden altijd van opwinding op verjaardagsfeestjes.
- Wij gilden en renden weg toen we een spin zagen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gullen with some of the pronouns.
- Ik heb gegild toen ik viel.
- Jij hebt hard gegild tijdens de horrorfilm.
- Hij heeft gegild van schrik toen de muis tevoorschijn kwam.
- Zij hebben gegild van plezier op de kermis.
- Wij hebben luid gegild tijdens het spookhuis.