leegroven

Conjugations List of Leegroven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikroof leegroofde leegheb leeggeroofd
jij, je, urooft leegroofde leeghebt leeggeroofd
hij, zij, hetrooft leegroofde leegheeft leeggeroofd
wijroven leegroofden leeghebben leeggeroofd
jullieroven leegroofden leeghebben leeggeroofd
zij, zeroven leegroofden leeghebben leeggeroofd

Presens
Beta

Example presens sentences for Leegroven with some of the pronouns.

  • Ik leegroof de kluis.
  • Jij leegrooft de kelder.
  • Hij leegrooft het huis.
  • Wij leegroven de bank.
  • Zij leegroven de winkel.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leegroven with some of the pronouns.

  • Ik leegroofde de kluis.
  • Jij leegroofde de kelder.
  • Hij leegroofde het huis.
  • Wij leegroofden de bank.
  • Zij leegroofden de winkel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leegroven with some of the pronouns.

  • Ik heb de kluis leeggeroofd.
  • Jij hebt de kelder leeggeroofd.
  • Hij heeft het huis leeggeroofd.
  • Wij hebben de bank leeggeroofd.
  • Zij hebben de winkel leeggeroofd.