loskloppen

Conjugations List of Loskloppen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikklop losklopte losheb losgeklopt
jij, je, uklopt losklopte loshebt losgeklopt
hij, zij, hetklopt losklopte losheeft losgeklopt
wijkloppen losklopten loshebben losgeklopt
julliekloppen losklopten loshebben losgeklopt
zij, zekloppen losklopten loshebben losgeklopt

Presens
Beta

Example presens sentences for Loskloppen with some of the pronouns.

  • Ik klop de eieren los voor het ontbijt.
  • Je klopt de slagroom los voor de taart.
  • Hij klopt het stof van de mat los.
  • We kloppen de klontjes suiker los in de koffie.
  • Jullie kloppen de ingrediënten los in de beslagkom.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Loskloppen with some of the pronouns.

  • Ik klopte de eieren los voor het ontbijt.
  • Je klopte de slagroom los voor de taart.
  • Hij klopte het stof van de mat los.
  • We klopten de klontjes suiker los in de koffie.
  • Jullie klopten de ingrediënten los in de beslagkom.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Loskloppen with some of the pronouns.

  • Ik heb de eieren losgeklopt voor het ontbijt.
  • Je hebt de slagroom losgeklopt voor de taart.
  • Hij heeft het stof van de mat losgeklopt.
  • We hebben de klontjes suiker losgeklopt in de koffie.
  • Jullie hebben de ingrediënten losgeklopt in de beslagkom.