toeslaan
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | sla toe | sloeg toe | heb toegeslagen |
jij, je, u | slaat toe | sloeg toe | hebt toegeslagen |
hij, zij, het | slaat toe | sloeg toe | heeft toegeslagen |
wij | slaan toe | sloegen toe | hebben toegeslagen |
jullie | slaan toe | sloegen toe | hebben toegeslagen |
zij, ze | slaan toe | sloegen toe | hebben toegeslagen |
PresensBeta
Example presens sentences for Toeslaan with some of the pronouns.
- Ik sla toe wanneer dat nodig is.
- Jij slaat toe tijdens de wedstrijd.
- Hij/zij slaat toe in het donker.
- Wij slaan toe op het juiste moment.
- Jullie slaan toe met precisie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toeslaan with some of the pronouns.
- Ik sloeg toe terwijl hij sliep.
- Jij sloeg toe tijdens de storm.
- Hij/zij sloeg toe zonder waarschuwing.
- Wij sloegen toe na middernacht.
- Jullie sloegen toe op het slagveld.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toeslaan with some of the pronouns.
- Ik heb toegeslagen toen hij weg was.
- Jij hebt toegeslagen tijdens de verkoop.
- Hij/zij heeft toegeslagen bij de diefstal.
- Wij hebben toegeslagen op het feest.
- Jullie hebben toegeslagen met succes.