refluxen

Conjugations List of Refluxen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrefluxrefluxteheb gerefluxt
jij, je, urefluxtrefluxtehebt gerefluxt
hij, zij, hetrefluxtrefluxteheeft gerefluxt
wijrefluxenrefluxtenhebben gerefluxt
jullierefluxenrefluxtenhebben gerefluxt
zij, zerefluxenrefluxtenhebben gerefluxt

Presens

Example presens sentences for Refluxen with some of the pronouns.

  • Ik reflux
  • Jij refluxt
  • Hij/Zij refluxt
  • Wij refluxen
  • Jullie refluxen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Refluxen with some of the pronouns.

  • Ik refluxte
  • Jij refluxte
  • Hij/Zij refluxte
  • Wij refluxten
  • Jullie refluxten

Perfectum

Example perfectum sentences for Refluxen with some of the pronouns.

  • Ik heb gerefluxt
  • Jij hebt gerefluxt
  • Hij/Zij heeft gerefluxt
  • Wij hebben gerefluxt
  • Jullie hebben gerefluxt