bijeengaren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gaar bijeen | gaarde bijeen | heb bijeengegaard |
jij, je, u | gaart bijeen | gaarde bijeen | hebt bijeengegaard |
hij, zij, het | gaart bijeen | gaarde bijeen | heeft bijeengegaard |
wij | garen bijeen | gaarden bijeen | hebben bijeengegaard |
jullie | garen bijeen | gaarden bijeen | hebben bijeengegaard |
zij, ze | garen bijeen | gaarden bijeen | hebben bijeengegaard |
PresensBeta
Example presens sentences for Bijeengaren with some of the pronouns.
- Ik gaar bijeen voor mijn breiproject.
- Hij gaart bijeen om geld in te zamelen voor het goede doel.
- Jij gaart bijeen al het speelgoed voor de kinderen.
- Wij garen bijeen zoveel mogelijk informatie voor het rapport.
- Zij garen bijeen de benodigde ingrediënten voor het recept.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Bijeengaren with some of the pronouns.
- Ik gaarde bijeen om orde te scheppen in de chaos.
- Hij gaarde bijeen terwijl hij de instructies las.
- Jij gaarde bijeen toen de gasten arriveerden.
- Wij gaarden bijeen tijdens de vergadering.
- Zij gaarden bijeen voordat ze aan de klus begonnen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Bijeengaren with some of the pronouns.
- Ik heb bijeengaren gebruikt om de losse draden op te ruimen.
- Hij heeft bijeengaren toegepast om alle gegevens te verzamelen.
- Jij hebt bijeengaren gedaan om de verloren spullen terug te vinden.
- Wij hebben bijeengaren gebruikt om de nodige materialen bij elkaar te krijgen.
- Zij hebben bijeengaren toegepast bij het organiseren van het evenement.