reikhalzen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | reikhals | reikhalsde | heb gereikhalsd |
jij, je, u | reikhalst | reikhalsde | hebt gereikhalsd |
hij, zij, het | reikhalst | reikhalsde | heeft gereikhalsd |
wij | reikhalzen | reikhalsden | hebben gereikhalsd |
jullie | reikhalzen | reikhalsden | hebben gereikhalsd |
zij, ze | reikhalzen | reikhalsden | hebben gereikhalsd |
PresensBeta
Example presens sentences for Reikhalzen with some of the pronouns.
- Ik reikhaalz naar de sterren.
- Jij reikhaaltst altijd naar avontuur.
- Hij/Zij reikhaaltst met volle overgave.
- Wij reikhalzen naar succes.
- Jullie reikhalzen naar erkenning.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Reikhalzen with some of the pronouns.
- Ik reikhaalde naar de horizon.
- Jij reikhaalde altijd naar het onbereikbare.
- Hij/Zij reikhaalde met passie en verlangen.
- Wij reikhaalden naar geluk.
- Jullie reikhaalden naar vrijheid.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Reikhalzen with some of the pronouns.
- Ik heb gereikhalsd naar nieuwe mogelijkheden.
- Jij bent gereikhalsd naar kennis en wijsheid.
- Hij/Zij is gereikhalsd naar avontuurlijke ervaringen.
- Wij hebben gereikhalsd naar verandering.
- Jullie zijn gereikhalsd naar verbetering.