versmijten

Conjugations List of Versmijten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikversmijtversmeetheb versmeten
jij, je, uversmijtversmeethebt versmeten
hij, zij, hetversmijtversmeetheeft versmeten
wijversmijtenversmetenhebben versmeten
jullieversmijtenversmetenhebben versmeten
zij, zeversmijtenversmetenhebben versmeten

Presens
Beta

Example presens sentences for Versmijten with some of the pronouns.

  • Ik versmijt vandaag mijn oude kleren.
  • Jij versmijt altijd je verantwoordelijkheden.
  • Hij/zij versmijt zijn/haar talenten.
  • Wij versmijten nooit voedsel.
  • Zij versmijten hun kansen op succes.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Versmijten with some of the pronouns.

  • Ik versmeet vroeger vaak mijn oude kleren.
  • Jij versmeet altijd je verantwoordelijkheden in het verleden.
  • Hij/zij versmeet zijn/haar talenten toen.
  • Wij versmeten vroeger nooit voedsel.
  • Zij versmeten hun kansen op succes in het verleden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Versmijten with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn oude kleren versmeten.
  • Jij hebt altijd je verantwoordelijkheden versmeten.
  • Hij/zij heeft zijn/haar talenten versmeten.
  • Wij hebben nooit voedsel versmeten.
  • Zij hebben hun kansen op succes versmeten.