kwelmen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kwelm | kwelmde | heb gekwelmd |
jij, je, u | kwelmt | kwelmde | hebt gekwelmd |
hij, zij, het | kwelmt | kwelmde | heeft gekwelmd |
wij | kwelmen | kwelmden | hebben gekwelmd |
jullie | kwelmen | kwelmden | hebben gekwelmd |
zij, ze | kwelmen | kwelmden | hebben gekwelmd |
PresensBeta
Example presens sentences for Kwelmen with some of the pronouns.
- Ik kwelm de hond met mijn lawaai.
- Jij kwelt jezelf met negatieve gedachten.
- Hij kwelt zijn broer door hem altijd te plagen.
- Wij kwellen onze buren met luide muziek.
- Zij kwellen hun leraar met lastige vragen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Kwelmen with some of the pronouns.
- Ik kwelde de hond met mijn lawaai.
- Jij kwelde jezelf met negatieve gedachten.
- Hij kwelde zijn broer door hem altijd te plagen.
- Wij kwelden onze buren met luide muziek.
- Zij kwelden hun leraar met lastige vragen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Kwelmen with some of the pronouns.
- Ik heb de hond gekweld met mijn lawaai.
- Jij hebt jezelf gekweld met negatieve gedachten.
- Hij heeft zijn broer gekweld door hem altijd te plagen.
- Wij hebben onze buren gekweld met luide muziek.
- Zij hebben hun leraar gekweld met lastige vragen.