bespreken

Conjugations List of Bespreken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikbespreekbesprakheb besproken
jij, je, ubespreektbesprakhebt besproken
hij, zij, hetbespreektbesprakheeft besproken
wijbesprekenbesprakenhebben besproken
julliebesprekenbesprakenhebben besproken
zij, zebesprekenbesprakenhebben besproken

Presens
Beta

Example presens sentences for Bespreken with some of the pronouns.

  • We bespreken het plan tijdens de vergadering.
  • Ik bespreek de situatie met mijn collega.
  • Jullie bespreken de mogelijke oplossingen.
  • De docent bespreekt de resultaten met de studenten.
  • Zij bespreken de details van het project.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Bespreken with some of the pronouns.

  • We bespraken het plan tijdens de vergadering.
  • Ik besprak de situatie met mijn collega.
  • Jullie bespraken de mogelijke oplossingen.
  • De docent besprak de resultaten met de studenten.
  • Zij bespraken de details van het project.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Bespreken with some of the pronouns.

  • We hebben het plan tijdens de vergadering besproken.
  • Ik heb de situatie met mijn collega besproken.
  • Jullie hebben de mogelijke oplossingen besproken.
  • De docent heeft de resultaten met de studenten besproken.
  • Zij hebben de details van het project besproken.