mediteren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | mediteer | mediteerde | heb gemediteerd |
jij, je, u | mediteert | mediteerde | hebt gemediteerd |
hij, zij, het | mediteert | mediteerde | heeft gemediteerd |
wij | mediteren | mediteerden | hebben gemediteerd |
jullie | mediteren | mediteerden | hebben gemediteerd |
zij, ze | mediteren | mediteerden | hebben gemediteerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Mediteren with some of the pronouns.
- Ik mediteer elke ochtend voor vijftien minuten.
- Jij mediteert regelmatig om tot rust te komen.
- Hij/Zij mediteert in de avond na een lange werkdag.
- Wij mediteren samen tijdens onze yogales.
- Zij mediteren vaak in de natuur om te ontspannen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Mediteren with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, mediteerde ik regelmatig om stress te verminderen.
- Jij mediteerde altijd voor het slapengaan.
- Hij/Zij mediteerde dagelijks in stilte.
- Wij mediteerden samen tijdens onze reis door Aziƫ.
- Zij mediteerden vaak samen in een serene tempel.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Mediteren with some of the pronouns.
- Ik heb vorige week gemediteerd in een meditatiecentrum.
- Jij bent al vele jaren aan het mediteren.
- Hij/Zij heeft net een meditatie-app gedownload om te beginnen met mediteren.
- Wij hebben gisteren samen gemediteerd in de tuin.
- Zij zijn naar een meditatieretraite geweest en hebben daar intensief gemediteerd.