achteraankomen

Conjugations List of Achteraankomen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikkom achteraankwam achteraanben achteraangekomen
jij, je, ukomt achteraankwam achteraanbent achteraangekomen
hij, zij, hetkomt achteraankwam achteraanis achteraangekomen
wijkomen achteraankwamen achteraanzijn achteraangekomen
julliekomen achteraankwamen achteraanzijn achteraangekomen
zij, zekomen achteraankwamen achteraanzijn achteraangekomen

Presens
Beta

Example presens sentences for Achteraankomen with some of the pronouns.

  • Ik kom altijd achter je aan.
  • Hij komt achter de bus aan.
  • Wij komen snel achter jullie aan.
  • Jullie komen niet vaak achter ons aan.
  • De hond komt vrolijk achter de bal aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Achteraankomen with some of the pronouns.

  • Ik kwam altijd achter je aan.
  • Hij kwam achter de auto aan.
  • Wij kwamen snel achter jullie aan.
  • Jullie kwamen niet vaak achter ons aan.
  • De kinderen kwamen enthousiast achter de leraar aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Achteraankomen with some of the pronouns.

  • Ik ben achter je aangekomen.
  • Hij is achter de trein aangekomen.
  • Wij zijn snel achter jullie aangekomen.
  • Jullie zijn niet op tijd achter ons aangekomen.
  • De kat is behendig achter de muis aangekomen.