wegzinken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zink weg | zonk weg | ben weggezonken |
jij, je, u | zinkt weg | zonk weg | bent weggezonken |
hij, zij, het | zinkt weg | zonk weg | is weggezonken |
wij | zinken weg | zonken weg | zijn weggezonken |
jullie | zinken weg | zonken weg | zijn weggezonken |
zij, ze | zinken weg | zonken weg | zijn weggezonken |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegzinken with some of the pronouns.
- Ik zink weg in mijn gedachten.
- Jij zinkt weg tijdens de film.
- Hij zinkt weg in zelfmedelijden.
- Zij zinken weg in de modder.
- We zinken weg in het moeras.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegzinken with some of the pronouns.
- Ik zonk weg in mijn gedachten.
- Jij zakte weg tijdens de vergadering.
- Hij zonk weg in zijn boek.
- Zij zonken weg in hun dagdromen.
- We zakten weg in het drijfzand.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegzinken with some of the pronouns.
- Ik ben weggezonken in mijn verdriet.
- Jij bent weggezakt in de stoel.
- Hij is weggezakt in een diepe depressie.
- Zij zijn weggezonken in het drijfzand.
- We zijn weggezakt in de schulden.