spoken

Conjugations List of Spoken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspookspookteheb gespookt
jij, je, uspooktspooktehebt gespookt
hij, zij, hetspooktspookteheeft gespookt
wijspokenspooktenhebben gespookt
julliespokenspooktenhebben gespookt
zij, zespokenspooktenhebben gespookt

Presens
Beta

Example presens sentences for Spoken with some of the pronouns.

  • Ik spreek Nederlands.
  • Hij spreekt vloeiend Engels.
  • Wij spreken elke dag met elkaar.
  • Jullie spreken snel en duidelijk.
  • De kinderen spreken ook Frans.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Spoken with some of the pronouns.

  • Vroeger sprak ik alleen maar Engels.
  • Hij sprak langzaam en duidelijk tijdens de presentatie.
  • Wij spraken altijd over interessante onderwerpen.
  • Jullie spraken te zacht, we konden jullie niet horen.
  • De kinderen spraken vloeiend Duits op jonge leeftijd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Spoken with some of the pronouns.

  • Ik heb Nederlands gesproken tijdens mijn vakantie.
  • Hij heeft gisteren Engels gesproken met zijn collega.
  • Wij hebben al veel verschillende talen gesproken.
  • Jullie hebben veel over dit onderwerp gesproken.
  • De kinderen hebben nog nooit Spaans gesproken.