verstuiken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verstuik | verstuikte | heb verstuikt |
jij, je, u | verstuikt | verstuikte | hebt verstuikt |
hij, zij, het | verstuikt | verstuikte | heeft verstuikt |
wij | verstuiken | verstuikten | hebben verstuikt |
jullie | verstuiken | verstuikten | hebben verstuikt |
zij, ze | verstuiken | verstuikten | hebben verstuikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Verstuiken with some of the pronouns.
- Ik verstuike mijn enkel tijdens het joggen.
- Jij verstuitkuikt je pols bij het sporten.
- Hij/zij/het verstuitkuikt zijn/haar knie tijdens het voetballen.
- Wij verstuike onze enkels regelmatig tijdens het dansen.
- Jullie verstuitkuiken je schouders tijdens het tillen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verstuiken with some of the pronouns.
- Ik verstuikte mijn enkel tijdens het joggen.
- Jij verstuikte je pols bij het sporten.
- Hij/zij/het verstuikte zijn/haar knie tijdens het voetballen.
- Wij verstuikten onze enkels regelmatig tijdens het dansen.
- Jullie verstuikten je schouders tijdens het tillen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verstuiken with some of the pronouns.
- Ik heb mijn enkel verstuikt tijdens het joggen.
- Jij hebt je pols verstuikt bij het sporten.
- Hij/zij/het heeft zijn/haar knie verstuikt tijdens het voetballen.
- Wij hebben onze enkels regelmatig verstuikt tijdens het dansen.
- Jullie hebben je schouders verstuikt tijdens het tillen.