terugtreden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | treed terug | trad terug | ben teruggetreden |
jij, je, u | treedt terug | trad terug | bent teruggetreden |
hij, zij, het | treedt terug | trad terug | is teruggetreden |
wij | treden terug | traden terug | zijn teruggetreden |
jullie | treden terug | traden terug | zijn teruggetreden |
zij, ze | treden terug | traden terug | zijn teruggetreden |
PresensBeta
Example presens sentences for Terugtreden with some of the pronouns.
- Ik treed terug uit mijn functie als directeur.
- Jij treedt terug als voorzitter van de vereniging.
- Hij/zij treedt terug als lid van het bestuur.
- Wij treden terug uit het project om persoonlijke redenen.
- Zij treden terug als partners in het bedrijf.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Terugtreden with some of the pronouns.
- Ik trad terug uit mijn functie als directeur.
- Jij trad terug als voorzitter van de vereniging.
- Hij/zij trad terug als lid van het bestuur.
- Wij traden terug uit het project om persoonlijke redenen.
- Zij traden terug als partners in het bedrijf.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Terugtreden with some of the pronouns.
- Ik ben teruggetreden uit mijn functie als directeur.
- Jij bent teruggetreden als voorzitter van de vereniging.
- Hij/zij is teruggetreden als lid van het bestuur.
- Wij zijn teruggetreden uit het project om persoonlijke redenen.
- Zij zijn teruggetreden als partners in het bedrijf.