administreren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | administreer | administreerde | heb geadministreerd |
jij, je, u | administreert | administreerde | hebt geadministreerd |
hij, zij, het | administreert | administreerde | heeft geadministreerd |
wij | administreren | administreerden | hebben geadministreerd |
jullie | administreren | administreerden | hebben geadministreerd |
zij, ze | administreren | administreerden | hebben geadministreerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Administreren with some of the pronouns.
- Ik administreer de financiële gegevens van het bedrijf.
- Jij administreert de inventaris van de winkel.
- Hij/zij administreert de klantgegevens nauwkeurig.
- Wij administreren de voorraad elke maand.
- Jullie administreert de inkomende en uitgaande betalingen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Administreren with some of the pronouns.
- Vroeger administreerde ik handmatig, maar nu gebruik ik een computerprogramma.
- Toen ik net begon, administreerde ik soms fouten in mijn berekeningen.
- Hij/zij administreerde altijd snel en efficiënt.
- In die periode administreerden we nog op papier.
- Jullie administreerden de gegevens onvolledig.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Administreren with some of the pronouns.
- Ik heb de administratie gisteren afgerond.
- Jij hebt de formulieren correct geadministreerd.
- Hij/zij heeft de gegevens nauwkeurig geadministreerd.
- Wij hebben de bonnen zorgvuldig geadministreerd.
- Jullie hebben alle facturen op tijd geadministreerd.