buitenwippen

Conjugations List of Buitenwippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwip buitenwipte buitenheb buitengewipt
jij, je, uwipt buitenwipte buitenhebt buitengewipt
hij, zij, hetwipt buitenwipte buitenheeft buitengewipt
wijwippen buitenwipten buitenhebben buitengewipt
julliewippen buitenwipten buitenhebben buitengewipt
zij, zewippen buitenwipten buitenhebben buitengewipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Buitenwippen with some of the pronouns.

  • Ik buitenwip
  • Jij buitenwipt
  • Hij/Zij/Het buitenwipt
  • Wij buitenwippen
  • Jullie buitenwippen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Buitenwippen with some of the pronouns.

  • Ik buitenwipte
  • Jij buitenwipte
  • Hij/Zij/Het buitenwipte
  • Wij buitenwipten
  • Jullie buitenwipten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Buitenwippen with some of the pronouns.

  • Ik heb buitengewipt
  • Jij hebt buiten gewipt
  • Hij/Zij/Het heeft buiten gewipt
  • Wij hebben buiten gewipt
  • Jullie hebben buiten gewipt