synchroniseren

Conjugations List of Synchroniseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksynchroniseersynchroniseerdeheb gesynchroniseerd
jij, je, usynchroniseertsynchroniseerdehebt gesynchroniseerd
hij, zij, hetsynchroniseertsynchroniseerdeheeft gesynchroniseerd
wijsynchroniserensynchroniseerdenhebben gesynchroniseerd
julliesynchroniserensynchroniseerdenhebben gesynchroniseerd
zij, zesynchroniserensynchroniseerdenhebben gesynchroniseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Synchroniseren with some of the pronouns.

  • Ik synchroniseer mijn agenda regelmatig.
  • Jij synchroniseert je telefoon met de computer.
  • Hij synchroniseert zijn horloge met de atoomklok.
  • Wij synchroniseren onze muziekcollecties voor het feestje.
  • Zij synchroniseren hun bestanden via de cloud.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Synchroniseren with some of the pronouns.

  • Vroeger synchroniseerde ik al mijn apparaten handmatig.
  • Toen ik op reis was, synchroniseerde jij de bestanden voor me.
  • Hij synchroniseerde regelmatig met zijn teamleden.
  • Wij synchroniseerden vroeger onze agenda's op papier.
  • Zij synchroniseerden hun accounts voordat ze overstapten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Synchroniseren with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn apparaten met elkaar gesynchroniseerd.
  • Jij hebt de gegevens succesvol gesynchroniseerd.
  • Hij heeft de software bijgewerkt en alles gesynchroniseerd.
  • Wij hebben de documenten op alle computers gesynchroniseerd.
  • Zij hebben de afspraken met elkaar gesynchroniseerd.