doordringen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | doordring | doordrong | heb doordrongen |
jij, je, u | doordringt | doordrong | hebt doordrongen |
hij, zij, het | doordringt | doordrong | heeft doordrongen |
wij | doordringen | doordrongen | hebben doordrongen |
jullie | doordringen | doordrongen | hebben doordrongen |
zij, ze | doordringen | doordrongen | hebben doordrongen |
PresensBeta
Example presens sentences for Doordringen with some of the pronouns.
- Ik dring door tot de kern van de zaak.
- Jij dringt door in het geheim van de onbekende.
- Hij dringt door in de muur met zijn boor.
- Wij dringen door tot de finale van het toernooi.
- Zij dringen door in de markt met hun innovatieve producten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Doordringen with some of the pronouns.
- Ik drong door tot de diepste lagen van mijn gedachten.
- Jij drong door in de geheime gang van het kasteel.
- Hij drong door in de menigte om een glimp op te vangen.
- Wij drongen door tot de kern van het conflict.
- Zij drongen door in de markt met hun baanbrekende ideeën.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Doordringen with some of the pronouns.
- Ik ben doorgedrongen tot de top van de berg.
- Jij bent doorgedrongen tot de essentie van het probleem.
- Hij is doorgedrongen in de wereld van kunst en cultuur.
- Wij zijn doorgedrongen tot de finale van het kampioenschap.
- Zij zijn doorgedrongen in de harten van het publiek.