overstijgen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | overstijg | oversteeg | heb overstegen |
jij, je, u | overstijgt | oversteeg | hebt overstegen |
hij, zij, het | overstijgt | oversteeg | heeft overstegen |
wij | overstijgen | overstegen | hebben overstegen |
jullie | overstijgen | overstegen | hebben overstegen |
zij, ze | overstijgen | overstegen | hebben overstegen |
PresensBeta
Example presens sentences for Overstijgen with some of the pronouns.
- Ik overstijg de verwachtingen van mijn klanten.
- Jij overstijgt de grenzen van je comfortzone.
- Hij/zij/het overstijgt de traditionele denkwijze.
- Wij overstijgen de problemen en vinden oplossingen.
- Jullie overstijgen de concurrentie met innovatieve ideeën.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overstijgen with some of the pronouns.
- Ik oversteg de verwachtingen van mijn klanten.
- Jij oversteg de grenzen van je comfortzone.
- Hij/zij/het oversteg de traditionele denkwijze.
- Wij overstegen de problemen en vonden oplossingen.
- Jullie overstegen de concurrentie met innovatieve ideeën.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overstijgen with some of the pronouns.
- Ik ben de verwachtingen van mijn klanten overstegen.
- Jij bent de grenzen van je comfortzone overstegen.
- Hij/zij/het is de traditionele denkwijze overstegen.
- Wij zijn de problemen overstegen en hebben oplossingen gevonden.
- Jullie zijn de concurrentie overstegen met innovatieve ideeën.