meuken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | meuk | meukte | heb gemeukt |
jij, je, u | meukt | meukte | hebt gemeukt |
hij, zij, het | meukt | meukte | heeft gemeukt |
wij | meuken | meukten | hebben gemeukt |
jullie | meuken | meukten | hebben gemeukt |
zij, ze | meuken | meukten | hebben gemeukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Meuken with some of the pronouns.
- Ik meuken graag in mijn vrije tijd.
- Jij meukt altijd zo snel.
- Hij/zij meukt met veel passie.
- Wij meuken samen aan dit project.
- Jullie meuken vaak te hard.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Meuken with some of the pronouns.
- Vroeger meukte ik vaak in de ochtend.
- Toen jij jonger was, meukte je altijd met vrienden.
- Hij/zij meukte regelmatig tijdens de zomermaanden.
- Wij meukten lang geleden voor het eerst.
- Jullie meukten elke dag toen jullie op vakantie waren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Meuken with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren gemeukt en het was geweldig.
- Jij bent al eerder gemeukt, toch?
- Hij/zij heeft meerdere keren gemeukt deze week.
- Wij hebben samen gemeukt en het was fantastisch.
- Jullie zijn nog nooit gemeukt en dat is oké.