omprogrammeren

Conjugations List of Omprogrammeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikprogrammeer omprogrammeerde omheb omgeprogrammeerd
jij, je, uprogrammeert omprogrammeerde omhebt omgeprogrammeerd
hij, zij, hetprogrammeert omprogrammeerde omheeft omgeprogrammeerd
wijprogrammeren omprogrammeerden omhebben omgeprogrammeerd
jullieprogrammeren omprogrammeerden omhebben omgeprogrammeerd
zij, zeprogrammeren omprogrammeerden omhebben omgeprogrammeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Omprogrammeren with some of the pronouns.

  • Ik programmeer de software om.
  • Jij programmeert de software om.
  • Hij/Zij programmeert de software om.
  • Wij programmeren de software om.
  • Jullie programmeren de software om.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Omprogrammeren with some of the pronouns.

  • Ik programmeerde de software om.
  • Jij programmeerde de software om.
  • Hij/Zij programmeerde de software om.
  • Wij programmeerden de software om.
  • Jullie programmeerden de software om.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Omprogrammeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de software omgeprogrammeerd.
  • Jij hebt de software omgeprogrammeerd.
  • Hij/Zij heeft de software omgeprogrammeerd.
  • Wij hebben de software omgeprogrammeerd.
  • Jullie hebben de software omgeprogrammeerd.