indringen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | dring in | drong in | ben ingedrongen |
jij, je, u | dringt in | drong in | bent ingedrongen |
hij, zij, het | dringt in | drong in | is ingedrongen |
wij | dringen in | drongen in | zijn ingedrongen |
jullie | dringen in | drongen in | zijn ingedrongen |
zij, ze | dringen in | drongen in | zijn ingedrongen |
PresensBeta
Example presens sentences for Indringen with some of the pronouns.
- Ik dring door in de problemen van mijn studenten.
- Jij dringt door in de geheimen van het universum.
- Hij dringt door tot de kern van de zaak.
- Wij dringen door in nieuwe markten.
- Zij dringen door in de wereld van technologie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Indringen with some of the pronouns.
- Vroeger drong ik vaak door tot de kern van het probleem.
- Toen ik jong was, drong jij regelmatig door in de wereld van fantasie.
- Hij drong altijd diep door in de psyche van zijn personages.
- In die tijd drongen wij dieper door in de wetenschap.
- Zij drongen langzaam door in de gelederen van het bedrijf.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Indringen with some of the pronouns.
- Ik ben doorgedrongen in de top tien van de ranglijst.
- Jij bent doorgedrongen tot de finale van het toernooi.
- Hij is doorgedrongen in de politiek.
- Wij zijn doorgedrongen in de mysteries van het verleden.
- Zij zijn doorgedrongen in de harten van het publiek.