floppen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | flop | flopte | ben geflopt |
jij, je, u | flopt | flopte | bent geflopt |
hij, zij, het | flopt | flopte | is geflopt |
wij | floppen | flopten | zijn geflopt |
jullie | floppen | flopten | zijn geflopt |
zij, ze | floppen | flopten | zijn geflopt |
PresensBeta
Example presens sentences for Floppen with some of the pronouns.
- De film flopt in de bioscoop.
- Ik flop altijd tijdens het zingen.
- Het product flopt op de markt.
- Veel van zijn ideeën floppen bij de collega's.
- De show flopt op televisie.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Floppen with some of the pronouns.
- De film flopte in de bioscoop.
- Ik flopte altijd tijdens het zingen.
- Het product flopte op de markt.
- Veel van zijn ideeën flopten bij de collega's.
- De show flopte op televisie.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Floppen with some of the pronouns.
- De film is geflopt in de bioscoop.
- Ik ben altijd geflopt tijdens het zingen.
- Het product is geflopt op de markt.
- Veel van zijn ideeën zijn geflopt bij de collega's.
- De show is geflopt op televisie.