versukkelen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | versukkel | versukkelde | heb versukkeld |
jij, je, u | versukkelt | versukkelde | hebt versukkeld |
hij, zij, het | versukkelt | versukkelde | heeft versukkeld |
wij | versukkelen | versukkelden | hebben versukkeld |
jullie | versukkelen | versukkelden | hebben versukkeld |
zij, ze | versukkelen | versukkelden | hebben versukkeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Versukkelen with some of the pronouns.
- Ik versukkel met mijn Nederlandse grammatica.
- Jij versukkelt regelmatig met je sleutels.
- Hij versukkelt altijd met zijn financiƫn.
- Wij versukkelen soms met het plannen van onze vakanties.
- Zij versukkelen vaak met het oplossen van technische problemen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Versukkelen with some of the pronouns.
- Ik versukkelde altijd met mijn huiswerk maken.
- Jij versukkelde regelmatig met het onthouden van afspraken.
- Hij versukkelde vaak met het repareren van zijn fiets.
- Wij versukkelden soms met het begrijpen van moeilijke teksten.
- Zij versukkelden regelmatig met het organiseren van evenementen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Versukkelen with some of the pronouns.
- Ik heb versukkeld met mijn presentatie voorbereiden.
- Jij hebt regelmatig versukkeld met het vinden van de juiste woorden.
- Hij heeft altijd versukkeld met op tijd komen.
- Wij hebben soms versukkeld met het volgen van de routebeschrijving.
- Zij hebben vaak versukkeld met het begrijpen van complexe wiskundige formules.