exhiberen

Conjugations List of Exhiberen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikexhibeerexhibeerdeheb geëxhibeerd
jij, je, uexhibeertexhibeerdehebt geëxhibeerd
hij, zij, hetexhibeertexhibeerdeheeft geëxhibeerd
wijexhiberenexhibeerdenhebben geëxhibeerd
jullieexhiberenexhibeerdenhebben geëxhibeerd
zij, zeexhiberenexhibeerdenhebben geëxhibeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Exhiberen with some of the pronouns.

  • Ik exhibitieer regelmatig in lokale galeries.
  • Jij exhibitieert jouw kunstwerken op exposities.
  • Hij/zij/het exibeert zijn/haar werk in musea over de hele wereld.
  • Wij exhibitieeren onze schilderijen in een gezamenlijke tentoonstelling.
  • Jullie exhibitieeren jullie talent op het podium.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Exhiberen with some of the pronouns.

  • Vroeger exhibitieerde ik mijn tekeningen op straat.
  • Toen we jong waren, exhibitieerden we onze knutselwerken op school.
  • Hij/zij/het exhibitieerde altijd zijn/haar muzikale talent op feestjes.
  • In die tijd exhibitieerde de kunstenaar zijn werken in kleine cafés.
  • Jullie exhibitieerden vaak samen tijdens lokale evenementen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Exhiberen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn kunstwerken geëxhibeerd op een internationale kunstbeurs.
  • Jij hebt jouw sculptuur al eerder geëxhibeerd in een galerie.
  • Hij/zij/het heeft zijn/haar foto's tentoongesteld in een fotomuseum.
  • Wij hebben onze collectie geëxhibeerd in een gerenommeerd museum.
  • Jullie hebben jullie performance al vaker geëxhibeerd voor publiek.