toespreken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | spreek toe | sprak toe | heb toegesproken |
jij, je, u | spreekt toe | sprak toe | hebt toegesproken |
hij, zij, het | spreekt toe | sprak toe | heeft toegesproken |
wij | spreken toe | spraken toe | hebben toegesproken |
jullie | spreken toe | spraken toe | hebben toegesproken |
zij, ze | spreken toe | spraken toe | hebben toegesproken |
PresensBeta
Example presens sentences for Toespreken with some of the pronouns.
- Ik spreek de leerlingen toe tijdens de diploma-uitreiking.
- De directeur spreekt regelmatig het personeel toe in vergaderingen.
- Jij spreekt je vrienden toe op een inspirerende manier.
- Hij spreekt de menigte toe vanaf het podium.
- Wij spreken de deelnemers toe aan het begin van de training.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toespreken with some of the pronouns.
- Ik sprak de leerlingen toe tijdens de diploma-uitreiking.
- De directeur sprak regelmatig het personeel toe in vergaderingen.
- Jij sprak je vrienden toe op een inspirerende manier.
- Hij sprak de menigte toe vanaf het podium.
- Wij spraken de deelnemers toe aan het begin van de training.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toespreken with some of the pronouns.
- Ik heb de leerlingen toegesproken tijdens de diploma-uitreiking.
- De directeur heeft regelmatig het personeel toegesproken in vergaderingen.
- Jij hebt je vrienden toegesproken op een inspirerende manier.
- Hij heeft de menigte toegesproken vanaf het podium.
- Wij hebben de deelnemers toegesproken aan het begin van de training.